Vrouwelijke astronauten in het nadeel in deep space

Artemis I, de eerste testraket voor een nieuwe bemande missie naar de maan, wacht nog op lancering. Onderzoekers van het MARE-project kijken echter reikhalzend uit naar de informatie die de 42-daagse vlucht gaat opleveren: twee buitengewone passagiers aan boord van de raket gaan kennis verzamelen die vrouwelijke astronauten mogelijk meer kans geeft om af te reizen naar deep space.

Het MARE-project onderzoekt hoe vrouwelijke organen reageren op straling en hoe effectief deze beschermd kunnen worden. Tijdens eerdere, onbemande ruimtevluchten is al veel onderzoek gedaan naar de invloed van straling in deep space. Er is dan ook een veelheid aan beschermingsmateriaal aanwezig in de Orioncapsule waar de astronauten gedurende hun reis naar de maan verblijven. Maar omdat NASA heeft aangekondigd dat er bij Artemis III ook een vrouw voet op de maan zal zetten, is vooral meer informatie nodig over de effecten van ruimtestraling bij vrouwen, die kwetsbaarder lijken voor straling dan mannen. Ook wordt onderzocht hoe technologische of biologische maatregelen gezondheidsrisico’s kunnen beperken.

Hiertoe zijn in de stoelen van de Orioncapsule twee phantoms geplaatst, genaamd Helga en Zohar. Deze vrouwelijke ruimtepoppen zijn uitgerust met meer dan 5.600 sensoren en 34 stralingsdetectoren. Ze zijn gemaakt van materialen die het zachte weefsel, organen en botten van een vrouw nabootsen. Met behulp van een speciaal soort hars is zelfs het menselijk long- en hersenweefsel heel precies nagebootst om te testen hoe straling door het menselijk lichaam gaat. Zohar zal een stralingsbeschermingsvest dragen. Onderzoekers willen weten of een dergelijk vest de heftige ruimtestraling kan tegenhouden. Om duidelijk verschillen in kaart te kunnen brengen, zal Helga onbeschermd zijn.

Straling in deep space bestaat uit kleine, elektrisch geladen deeltjes met een zeer hoge energie. Deze deeltjes zijn afkomstig van uitbarstingen op de zon en ook van buiten ons zonnestelsel. De deeltjes zijn niet allemaal hetzelfde, maar hebben als gemeenschappelijke deler dat ze schade toebrengen aan mensen, dieren en planten. Het magnetisch veld van de zon beschermt ons tegen een deel van de kosmische straling afkomstig van buiten ons zonnestelsel. Op aarde houdt het magnetische veld van de aarde de meeste straling tegen. Rond de noordpool en de zuidpool is de hoeveelheid straling uit de ruimte het hoogst omdat daar veel meer deeltjes de dampkring binnenvallen dan rond de evenaar. Het noorderlicht en het zuiderlicht zijn lichteffecten die het gevolg zijn van geladen deeltjes uit de ruimte.

In de ruimte loop je aanzienlijk meer straling op dan op aarde. De gemiddelde hoeveelheid straling die inwoners van Nederland oplopen, is minder dan 3 milliSievert per jaar (mSv – de eenheid voor de hoeveelheid straling waaraan een mens in een bepaalde periode is blootgesteld). Dit betreft zowel straling uit de ruimte, straling afkomstig van radioactieve stoffen in de aarde en straling die gebruikt wordt voor röntgenfoto’s. In Nederland is de grens voor de hoeveelheid straling die als onschadelijk wordt beschouwd 20 mSv per jaar.

Astronauten mogen daarentegen veel meer straling oplopen dan gewone burgers, omdat zij meer risico op stralingsschade accepteren. Voor hen hanteert NASA een grens van 600 mSv gedurende hun gehele carrière. Astronauten die leven en werken in het International Space Station (ISS) lopen gemiddeld een stralingsdosis op van 5 mSv per week. Deze astronauten blijven ruim onder de stralingslimiet, omdat het ruimtestation zich binnen het magnetisch veld van de aarde bevindt. Zij zijn dus tegen het overgrote deel van de hoogenergetische deeltjes in de ruimte beschermd. Maar een reis naar de maan of naar Mars vereist dat astronauten veel verder gaan, voorbij de beschermende, magnetische bubbel van de aarde. De hoeveelheid straling waar astronauten dan aan blootgesteld worden is vele malen groter.

De door NASA gestelde stralingslimiet van 600 mSv geldt voor alle astronauten, ongeacht hun geslacht of leeftijd. Maar “verschillende organen hebben verschillende gevoeligheden voor ruimtestraling”, aldus Ramona Gaza, stralingsbioloog en wetenschapsteamleider van het Matroshka AstroRad Radiation Experiment (MARE), bij Johnson Space Center. De opgelopen hoeveelheid straling voor een individueel persoon is een optelsom van de stralingsdosis in ieder orgaan. In de berekeningen worden ook beschermende factoren meegenomen. Hoe de optelsom uitpakt voor mannelijke èn vrouwelijke astronauten in deep space moet het onderzoek tijdens de testvlucht uitwijzen.

Astronaut Shannon Walker is een van de negen vrouwelijke astronauten die mogelijk deel gaat uitmaken van Artemis III. Ook zij hoopt dat het orgaanexperiment van Gaza vrouwen verder de ruimte in helpt. Ze acht dit vooral van belang voor de verscheidenheid in het team: “We hebben de diversiteit van gedachten en de diversiteit van mensen nodig.” In de ruimte kunnen vrouwen dezelfde werkzaamheden verrichten als mannen, zegt Walker: “We zijn hetzelfde opgeleid, we doen dezelfde taken.” Als de resultaten van de eerste Artemismissie inderdaad leiden tot een nieuwe stralingslimiet voor vrouwelijke astronauten, zijn vrouwen niet langer in het nadeel in deep space en kunnen gemengde teams de ruimte verkennen.


Posted

in

by

Tags:

Comments

Plaats een reactie