Groene energie is verre van groen

De term ‘groene energie’ zet consumenten op het verkeerde been. Zonnepanelen en windturbines zijn vooral commercieel interessant, onze leefwereld knapt er niet van op.

De ontdekking van aardolie leek de ultieme oplossing voor de energiecrisis van de negentiende eeuw. De zeer winstgevende handel in walvistraan kwam abrupt tot een eind en redde daarmee potvissen en andere walvissoorten van de ondergang.

In razendsnel tempo werd aardolie gewonnen om aan de groeiende vraag naar energie te voldoen. Olieproducerende landen liepen binnen, geen vuiltje aan de lucht. En nu, met een klimaatcrisis aan onze broek, is er een nieuwe, zeer lucratieve markt gevonden die ogenschijnlijk alle problemen oplost: groene energie. Maar achter ‘groen’ gaat een wereld van milieuvervuiling, uitbuiting, machtsmisbruik, corruptie en omvangrijke afvalstromen schuil.

De wind en de zon zijn onuitputtelijk en zijn in die zin duurzame energiebronnen. Er is ook weinig uitstoot van het schadelijke CO2. Maar voor het maken van windturbines en zonnepanelen zijn mineralen en metalen nodig die zeker niet onuitputtelijk zijn. Sommige van deze grondstoffen zijn zelfs nog zeer beperkt voorradig. Andere zijn moeilijk bereikbaar of lastig te isoleren van het gesteente waarin ze zich bevinden. De Wereldbank, ’s werelds grootste instituut voor ontwikkelingssamenwerking, heeft in een rapport aangegeven dat de vraag naar sommige metalen met wel 1000 procent kan toenemen. Dit betekent dat er nieuwe mijnen bijkomen en dat een gevecht om de schaarse ingrediënten voor ‘groene’ energie op handen is.

Grondstofdelving gaat vrijwel altijd ten koste van leefgebieden van mens en dier. Zo heeft China grote raffinaderijen waar ze op grote schaal neodymium winnen. Dit metaal is nodig in windturbines. Neodymium laat zich echter niet makkelijk scheiden van het omliggende gesteente. Chemicaliën en water spoelen via pijpleidingen gruis in een waterbassin waarna nog meer chemicaliën het kostbare neodymium losweken. Er zijn tientallen van dergelijke, vaak inmiddels afgedankte chemische meren en baden. Grote gebieden in China staan hierdoor onder ecologische druk.

Ook in De Democratische Republiek Congo is de situatie allesbehalve groen te noemen. Het is een van de weinige landen waar het zeldzame metaal kobalt in de grond zit, nodig voor zonnepanelen. De kobaltindustrie in Congo is geheel in handen van miljardair Dan Gertler die een aantal jaar geleden een omstreden deal sloot met de toenmalige president Kabila. Hij verdient met de kobalthandel 200.000 euro per dag. De bevolking van Congo heeft echter geen enkel voordeel van deze vetpot. Mannen, vrouwen en kinderen werken onder slechte omstandigheden in de mijnen of proberen met gevaar voor eigen leven zelf mijnschachten te graven om wat van het erts te kunnen bemachtigen, aldus een rapport van SOMO dat verscheen in 2018.

Een ander probleem van de zogeheten groene energie is de verwerking van afgedankte zonnepanelen. In zonnepanelen zitten giftige, kankerverwekkende stoffen zoals lood, antimoon, PFAS en cadmium. Een studie van het Stuttgart Institute for Photovoltaics en het Institute for Sanitary Engineering, Water Quality and Waste Management laat zien dat regenwater deze giftige stoffen makkelijk wegspoelt als de panelen beschadigd raken door transport, demontage, of natuurgeweld. Er is sinds 2006 een verbod in Europa op het gebruik van giftige zware metalen (RoHS-richtlijn), maar door invloed van investeerders in zonne-energie zijn zonnepanelen helaas vrijgesteld van deze verordening, aldus de Duitse onderzoekers.

Het International Renewable Energy Agency (IRENA) heeft voorspeld dat over 30 jaar wereldwijd 78 miljoen ton zonnepaneelafval is. Veel experts dringen aan op verplichte recycling. Maar ook hier zitten nogal wat haken en ogen aan. Het afgelopen jaar is in Nederland 125.000 kilo aan oude zonnepanelen richting recycling gegaan. Een groot deel ligt daar nog te wachten op verwerking. In Europa doen we nog enigszins ons best om de niet makkelijk te recyclen afvalstroom goed af te handelen, maar in China, Japan en de VS, de grootste producenten van zonne-energie, ligt helemaal geen plan klaar voor het verwerken van enorme hoeveelheden oude panelen.

Het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) maakt zich ernstig zorgen over het illegaal dumpen van het afval. Duizenden tonnen e-waste worden ten onrechte aangegeven als tweedehandsgoederen en geëxporteerd van ontwikkelde naar ontwikkelingslanden. Volgens een rapport van UNEP uit 2015 wordt ergens tussen de 60 en 90 procent van het elektronisch afval illegaal verhandeld en gedumpt in arme landen. In deze landen is geen wetgeving om mens, dier en milieu te beschermen tegen de enorme afvalstroom. Over twee of drie decennia staat de mensheid voor een nieuwe uitdaging. ‘Groene energie’ is volledig uit de klauwen gelopen: landschaps- en bodemvervuiling, grondstoffenoorlog, uitbuiting en een gigantische afvalberg. Laat om te beginnen de Europese Unie zonnepanelen opnemen in de RoHS-richtlijn en laat ze de term ‘groen’ beschermen als gegarandeerd milieu-, mens- en klimaatneutraal. Wind- en zonne-energie kan op zijn gunstigst ‘emissiearm’ genoemd worden. Het is zeker niet meer en misschien zelfs minder.


Posted

in

by

Comments

Plaats een reactie